Een week na de Slachtemarathon was ik vrijwilliger bij de 100 mijl van Sint Annen. Omdat ik al weer goed hersteld was van die marathon, kreeg ik ook wel weer zin om zoiets te doen. Lekker rustig afwisselend hardlopend en wandelend een flinke afstand afleggen. Twee weken later heb ik me tot mijn eigen verbazing ineens ingeschreven voor de Vechtdal Trail. Dit met het idee dat ik vroeger wel 50 km in 7 uur kon wandelen en dat het nu met af en toe een stukje hardlopen ook nog moet kunnen. Afgelopen week, na een trainingsrondje van 20 km, kreeg ik wel weer wat twijfel omdat mijn achillespezen weer eens een keer begonnen op te spelen. Gelukkig was het de dagen daarna weer vrijwel over, dus vanmorgen toch maar richting Ommen. Een week geleden werd er nog veel regen voor vandaag voorspeld, maar dat was alleen afgelopen nacht en bij aankomst in Ommen schrijnt de zon lekker. Stipt 9:30 uur vertrekken we in een rustig tempo. Aanvankelijk ben ik van plan grotendeels met Gerik en Eddy mee te lopen, maar na een tijdje gaat het me toch net iets te langzaam. Regelmatig haal ik Wessel in en hij mij ook. We hebben elk onze eigen wandelpauzes, maar gemiddeld lopen we ongeveer even snel. Meestal loop ik in een luchtige korte broek, maar voor deze trail heb ik mijn korte tight maar weer eens opgezocht en ook mijn oude Herzog tubes aangetrokken, niet voor mijn kuiten, maar om het risico op teken zo klein mogelijk te maken. Bovendien knieĆ«n, bovenbenen en armen ingesmeerd met DEET. Volgens de organisatie: “Vooraf smeren, achteraf controleren”. In het begin is het erg warm en benauwd, maar in de loop van de dag gaat het gelukkig steeds meer waaien en ook een heel klein regenbuitje zorgt voor de nodige verkoeling. ‘s Avonds zie ik op het nieuws dat we te maken hadden met de eerste zomerstorm van dit jaar. Halverwege krijg ik wat last van mijn rechter achillespees en vraag ik me af of niet de rest moet gaan wandelen. Wonderlijk genoeg gaat het na een tijdje weer over en kan ik gewoon doorgaan met afwisselend hardlopen en wandelen. Op een gegeven moment krijg in een harde windvlaag ineens een bij of wesp achter mijn bril. In een reflex draai in mijn hoofd weg en probeer ik het beestje weer kwijt te raken. Daarbij kijk ik uiteraard niet meer waar ik loop en kom ik ten val. Gelukkig heb ik weinig snelheid en kom ik goed terecht zonder verdere gevolgen. Ik heb wel een prik in mijn wang gekregen, maar de pijn daarvan is snel weer over en het wordt ook niet dik. De route is fantastisch mooi en afwisselend. In het tweede deel zitten wat zwaardere stukken: mul zand in de “Sahara” en lang achterelkaar klimmen en dalen over de “Beerze Bulten”, daar lijkt bijna geen eind aan te komen. Bij de derde verzorgingspost is mijn waterzak leeg. Het bijvullen kost wat tijd, waardoor Wessel nu een hele tijd uit het zicht verdwijnt. Ik haal wel regelmatig andere mensen in en als ik begin aan de laatste 5 km besluit ik verder geen wandelpauzes meer te nemen. Ik zie nog twee mensen voor me lopen en ik vraag me af of ik die ook nog ga inhalen. Dat lukt net op een 200 meter voor de finish. De organisator wacht ons op en loopt het laatste stukje met ons mee naar de finish, waar ik aankom na 6:08 uur. Ik kan het zelf bijna niet geloven, dit is wel heel ruimschoots binnen de 7 uur en ook nog zonder verder last van mijn blessures te hebben. Nu nog twee dagen herstel tot de wandelvierdaagse van Apeldoorn, dat moet wel lukken. |