Vier weken geleden, het Paasweekend, was het door de weersomstandigheden niet verantwoord de JKM van start te laten gaan. Vandaag gaan alsnog 23 deelnemers proberen om via Hoek van Holland naar Den Helder te lopen. Klaar voor de start. Onder die deelnemers ook Rut Zoutman, die de tocht vier weken terug ook al volbracht onder barre omstandigheden. Nu zijn de verwachtingen beter: niet te koud, geen regen, maar wel een flinke tegenwind. Na de start kom ik samen te lopen met Henk Harenberg en Ernst Daniel, de rest verdwijnt al snel uit het zicht. Eigenlijk gaat het voor mijn gevoel gevoel nog te snel, maar ik wil ook niet helemaal alleen komen te lopen. Al bij de eerste verzorging na 10 km in Maassluis, geeft Ernst er de brui aan, Henk stopt even na Scheveningen. Ik moet dus toch alleen verder, met achter me een BV (ze noemen hem bifi), een rupsvoertuigje met een aanhangertje, die als bezemwagen fungeert. Het is prachig weer, het strand is goed beloopbaar en ik blijk precies genoeg kleren aan te hebben om het in de wind voldoende warm te hebben (het stuk voor de wind moesten er een rits naar beneden en wat mouwen omhoog en gingen de ook handschoenen uit). In mijn rugzak heb ik voor de zekerheid nog wat extra kleding. Dat ziet er imposant uit, maar het meeste gewicht zit in de twee bidons, die ik ook nog bij me heb. Vanaf HvH heb ik voortdurend de bezemwagen achter me gehad. Foto: Losse Veter Tot Scheveningen is het strand redelijk goed te belopen, maar daarna is het voor het overgrote deel mul, te zacht, te schuin of een combinatie hiervan. Bovendien vertoont de vloedlijn een zigzag-patroon, waardoor ik veel extra meters maak en mijn gemiddelde snelheid (nog) lager wordt. Ook moet ik voortdurend opletten of er rechts geen zwin opduikt, want anders sta ik een eind verder stil voor een mui. Ik ben echter meer geneigd om voor me te kijken en naar links, de zee op, zodat ik een aantal keren een stukje terug moet lopen om een zwin te passeren. Ook dit is dus niet goed voor de gemiddelde snelheid. Even voorbij Katwijk zie ik heel vaag een oranje lichtje op het strand, dat langzaam wat duidelijker wordt. De afstand kan ik niet schatten: het zou een loper voor mij kunnen zijn, maar ook een licht in IJmuiden. Je kunt namelijk Hoogovens al zien, zodra je de Pier in Scheveningen bent gepasseerd. Als ik aankom bij de post bij de Langvelder Slag, kom ik tot de conclusie dat ik het afgelopen uur naar een kampvuurtje van de verzorgers heb gestaard. Het strand is hier weer wat beter beloopbaar, ook het daglicht maakt het lopen gemakkelijker. Ook al is het zwaar, in mijn eigen tempo kan ik het gemakkelijk volhouden. Om 7:25 ben ik bij de post in Zandvoort. De verzorger schijnt niet op de hoogte te zijn van de tussenlimiet, hij weet alleen dat ik met mijn huidige gemiddelde om 8:45 in IJmuiden ben. Achteraf bezien had ik dus gewoon in mijn eigen tempo kunnen doorgaan, maar omdat ik niet meer precies weet hoe laat ik daar uiterlijk moet zijn, doe ik er voor de zekerheid maar een tandje bij, waardoor ik er om 8:35 ben. Op de route over de sluizen en door Beverwijk fietst Simon Pols mee om de weg te wijzen. Ik kom echter nauwelijks meer op gang, de extra inspanning van de vorige etappe breekt me nu op. Ineens besluit ik om bij de volgende post dan maar te stoppen, maar zodra ik dat heb bedacht lijkt die post plotseling oneindig ver weg. Als ik dat tegen Simon zeg, vraagt hij ‘Weet je zeker dat wilt stoppen?’. ‘Op dit moment wel’ is mijn dubbelzinnige antwoord. Dan komt net de BV weer aanrijden en zonder me te bedenken stap ik er in, ik heb dan naar schatting zo’n 96 km gelopen. Vanaf de post bij de noordpier wordt ik direct teruggereden naar Den Helder, alwaar ik aan de reeds aanwezig estafettelopers helaas moet uitleggen, dat ik niet de eerst gefinishte sololoper ben. Het uitstappen heeft ook een paar voordelen: Ik kan Jan-Albert Lanting als eerste zien finishen en de presentatie bijwonen van de herdruk van Jan Knippenbergs boek “De mens als duurloper”. Al jarenlang heb ik dit boek willen kopen (zoals zovelen) en heb het alleen maar kunnen lezen uit de bibliotheek. Ik schaf er meteen maar drie aan. Jan-Albert wordt door Hanna Knippenberg gefeliciteerd met zijn overwinning. Achteraf kan ik mezelf allelei vragen stellen:
|