Ik ga weer op reis met een aantal (voormalige) Atos-collega’s. Deze keer met Eltjo, Roel, Michelle, Huub en Trudy naar Nepal. Een aantal van hen is al eerder in Nepal geweest met een Atos-bouwreis en kennen nog iemand daarvan, Bharat, die de reis ter plekke voor ons organiseert. Eltjo en ik zijn samen ook eerder in Nepal geweest, in 2003. Maandag 4 nov – Vlucht naar Istanboel (overstap) Om 18:05 u vertrekken we van Schiphol. Dinsdag 5 nov – Vlucht naar Kathmandu Om 01:30 u vertrekken we uit Istanboel en komen aan in Kathmandu om 11:30 u. Bharat haalt ons af en brengt ons met de taxi naar hotel ‘Andes House’, dat wordt gerund door Baburam, ook al bekend bij een aantal van ons. Woensdag 6 nov – Bezienswaardigheden Kathmandu ‘s Morgens worden rondgeleid door Rene Veldt die hier al jaren woont en zich hier inzet voor verscheidene sociale projecten. Eest bezoeken we de Nepal ‘Disabled Association’, dat is een opvang voor gehandicapten, zowel lichamelijk als geestelijk. Ze zaten in een lekkend gebouw, René heeft gezorgd dat er overkapping overheen is gezet, dat was een goedkope manier op het op te lossen. Daarna gaan we naar BIA (Bodhisattvas In Action), waar arbeidsongeschikten een dagbesteding hebben. Ze maken allerlei mooie kunstvoorwerpen die je daar ook kunt kopen. Vervolgens wandelen we naar Boudthanath, een van de standaard toeristische attracties die je gezien moet hebben. Dit is een enorme stupa met nog diverse tempels er omheen. We hebben een lunch op het dakterras van een nabij gelegen restaurant. Daar heb je een mooi overzicht over het hele complex. {"ts": ["manaslu-circuit","nepal-2019-hotels"]} Donderdag 7 nov – Dag 1: Met de bus naar Soti Khola, 730 m (10 uur) Eerst met de taxi naar het busstation, waar we kennismaken met onze gidsen Chhabi en Santosh en onze dragers Rajan, Subash en Ramchandra. Alleen Santosh spreekt vloeiend Engels, hij is dan ook vooral mee omdat hoofdgids Chhabi die taal maar beperkt beheerst. De dragers kennen ook wel een paar woorden, maar vooral in het begin houden ze zich op de achtergrond, terwijl wij ze gewoon als leden van onze groep zien. Het is een lange busreis van 10 uur, maar er wordt regelmatig gestopt bij een restaurantje. Op een gegeven moment is er wat consternatie: iemand heeft gezien dat er bagage van de dak van de bus is gevallen. Bij nadere inspectie blijkt de rugzak van Michelle verdwenen te zijn, ongelooflijk. Dus wordt er een stuk terug gereden en her en der gestopt om te kijken en te vragen. En wonder boven wonder: de rugzak wordt teruggevonden! De hele tijd wordt er in de bus een CD gedraaid met Nepalese muziek. Helaas werkt de speler niet helemaal goed: op willekeurige momenten begint hij weer opnieuw met het eerste nummer. Een beetje gekmakend, maar ook wel weer komisch. Vrijdag 8 nov – Dag 2: Naar Machha Khola, 930 m (5 uur) De komende dagen lopen we door een lang dal, steeds langs de rivier, die we dan ook regelmatig oversteken met een hangbrug. Het uitzicht is fantastisch, te blijft fotograferen. ‘s Avonds blijkt er in het dorp een soort feest met een religieus karakter. Er wordt veel gedanst en gezongen en op een gegeven moment worden ook de toeristen uitgenodigd om mee te doen. Na enig speuren op het internet heb ik geen nationale feestdag kunnen vinden op deze datum. Misschien doen ze dit elke vrijdagavond? Wij mogen's avonds meedoen met het feest in Machha Khola. Zaterdag 9 nov – Dag 3: Naar Jagat, 1400 m (6 uur) Het is een beetje hetzelfde als gisteren: prachtige uitzichten, watervallen, hangbruggen, af en toe opvallende gebouwtjes. Regelmatig worden we ook gepasseerd door grote groepen pakezels. Zondag 10 nov – Dag 4: Naar Pewa, 1780 m, (8 uur) Weer een mooie dag. We komen langzamerhand wat hoger, maar we hoeven nergens steil te klimmen. Uitzicht vanaf een hangbrug in de buurt van Jagat. We zitten nu in beschermd gebied, vanmorgen zijn onze permits gecontroleerd door de politie. Onze gids Chhabi zorgt voor dat soort dingen, wij hebben er geen omkijken naar. In restaurants zorgt hij voor de bestellingen en de aflevering. Ook gaan de gidsen en de dragers meestal pas eten nadat wij dat hebben gedaan. Maandag 11 nov – Dag 5: Naar Namrung, 2630 m (9 uur) Vandaag gaan we netto bijna 900 meter klimmen. De besneeuwde toppen komen in zicht. Het is een lange etappe, in Namrung is het een stuk kouder dan waar we vandaan komen. Santosh, die zeer welbespraakt is, laat pas na een aantal dagen los dat hij last van blaren op zijn hakken heeft. Zijn schoenen zien er prima uit en lijken vrij nieuw, maar blijkbaar passen ze niet helemaal goed, heel vreemd voor iemand waarvan je verwacht dat hij behoorlijk wat ervaring heeft met dit soort tochten. Gelukkig heeft Eltjo een vrij uitgebreide EHBO-doos bij zich met daarin genoeg ‘Second Skin’, zodat hij de pijn voor Santosh weer draaglijk kan maken. Aangezien dit nu dagelijks gebeurt, wordt Eltjo nu aangesproken als ‘Doctor Eltjo’. Dinsdag 12 nov – Dag 6: Naar Samagaon, 3520 m (8 uur) Langzamerhand laten we de jungle achter ons en het terrein wordt wat ruiger. Opnieuw gaan we vandaag 900 meter hoger. Je ziet hier nu ook af toe Yaks. Dit soort poortjes passeren we vaker. Van binnen zijn ze heel mooi gedecoreerd. We hebben nu af en toe een echt spectaculair uitzicht op de toppen van de Manaslu (8163 m). Het is wel weer een lange tocht vandaag, pas om een uur of 5 zijn we bij onze volgende lodge. Woensdag 13 nov – Dag 7: Acclimatisatiedag, 3520 m. Om aan de hoogte te wennen, we zitten nu ruim boven de 3000 meter, blijven we twee nachten in Samagaon. Eltjo gaat vandaag naar het Manaslu Basecamp op 4400 m. De overigen vinden dat te heftig en bezoeken een tempelcomplex in aanbouw. Voor een groot deel is het nog grijs beton, maar sommige delen zijn prachtig beschilderd. Wanneer het af is, hangt af van de donaties die ze krijgen. Daarna lopen we naar een meertje in de buurt, het Birenda meer bij een gletsjer. Er liggen daar heel veel stapels met stenen, sommigen van ons vinden het leuk om ook een stapeltje te maken. Ik beklim samen met Santosh nog een bult vanwaar we een mooi uitzicht over het meertje hebben. ‘s Middags kuier ik met Santosh en Subash nog wat door het dorp. Bij een vrouw die buiten aan het weven is, gaan we binnen een kop soep eten, blijkbaar is het een klein restaurantje. Later gaan we nog wat drinken in een café, allemaal vrij primitief, maar wel gezellig. Donderdag 14 nov – Dag 8: Naar Samdo, 3875 m (5 uur) We gaan weer een stukje verder omhoog. Gelukkig is het een relatief korte etappe, de hoogte is nu goed merkbaar als je in beweging bent. Elke 1000 meter stijging betekent 10% minder zuurstof in de lucht. We lopen nu door ruig terrein, geen bomen meer te zien en ook weinig andere begroeiing. Afgezien van hier een daar een religieus bouwerkje zien we ook geen menselijke activiteit meer. Rond het middaguur zijn wel al in Samdo, een klein boerendorpje met aan de rand een paar grote toeristenhotels, wij gaan naar het Yak-hotel. ‘s Middags is er dus nog tijd om wat door het dorp en de omgeving te struinen. Al een behoorlijk aantal dagen kunnen we het kraanwater niet meer drinken en moeten we steeds flessen kopen. De prijzen stijgen mee met onze route. Op onze volgende (en hoogste) slaapplek zal het een aantal keer duurder zijn dan een paar dagen terug. Vrijdag 15 nov – Dag 9: Acclimatisatiedag, 3875 m. Er is een optie om naar de pas Layung La te gaan, hoogte 4998 meter, dat is de grens met Tibet (of China, zoals de Chinezen het noemen). Uiteraard gaat Eltjo dat doen en ik besluit dapper met hem mee te gaan want ik zie het als een bijzondere kans. De overigen maken een wat korter tochtje naar een meertje op 4450 m. Later hoor ik dat Trudy het laatste stuk niet mee ging en ergens op terugkomst van de anderen heeft gewacht. Vandaag is Rajan de gids voor Eltjo en mij, hij kent de omgeving hier zeer goed. Eerst lopen we nog samen met de rest van de groep, later lopen we een lang stuk langs een beek, dat niet erg moeilijk is. Dan steken we de beek over en gaan we omhoog naar de pas. Halverwege de pas zien we een groepje rustende dragers. Ze slepen elk een pakket betonijzer van 100 kilo vanaf de grens met Tibet naar Nepal. Wij hebben alleen een klein rugzakje, maar het is loodzwaar. Op het laatst, Rajan en Eltjo zijn al op de pas, moet ik na elke stap uitrusten, maar uiteindelijk kom ik ook boven. We zijn in China! Na wat eten en de nodige foto’s gaan we meteen weer terug, want het is al na enen. De afdaling heeft lastige stukken, maar vanaf de beek loopt het weer gemakkelijker. Maar het is dan nog een heel lang stuk, er lijkt geen eind aan te komen. Ik kan me bijna niet voorstellen dat we op de heenweg ook zo ver gelopen hebben. Het is nog niet helemaal donker als we in Samdo terug komen, we zijn 9 uur onderweg geweest. Chhabi en een aantal anderen staan ons buiten enigszins bezorgd op te wachten. Ik ben totaal uitgeput en bijna te moe om te eten. Ik vraag me af hoe ik ooit op tijd uitgerust kan zijn om over twee dagen over de pas van meer dan 5000 m te komen. Zaterdag 16 nov – Dag 10: Naar Daramsala, 4460 m (5 uur) Ik voel me weer wat beter, maar nog wel moe. Gelukkig is het weer een korte etappe, maar wel ruim 500 m omhoog. Dus loop ik rustig achteraan de groep, samen met Trudy. Met haar gaat het echt niet goed, halverwege zegt ze: “Hebben jullie ook zo’n hoofdpijn?”. Een duidelijk symptoom van hoogteziekte. Om 13:00 uur komen we in het kamp. Ook al heeft de plek een naam, er is geen dorp hier in deze woestenij. Trudy gaat meteen slapen, het is nu wel duidelijk dat ze naar beneden moet. Een paar uur later gaan Santosh en Rajan met haar terug naar Samdo. De volgende dag zullen ze met de helicopter terug gaan naar Kathmandu. Een gewone reisverzekering vergoedt zoiets niet, gelukkig hebben wij allen een NKBV-verzekering. Samen met Roel beklim ik nog een bult bij het kamp, waar we een mooi overzicht hebben. We zien ook nog een paard dat een kadaver van een Yak draagt. We horen later dat die ergens van het pad gevallen is. We gaan vroeg slapen, want morgen moeten om 4 uur opstaan. Helaas slaap ik altijd slecht boven de 4000 m, ik schrik steeds wakker met het gevoel dat ik stik. Zondag 17 nov – Dag 11: Naar Bimtang, 3700 m, over de Larkya La pas, 5160 m (12 uur) Bij het opstaan voel ik me goed waardeloos. Tijdens het lange wachten op het ontbijt, komen er steeds weer mensen binnen die de deur open laten staan, terwijl het vriest. Heel irritant, vooral als je je slecht voelt. Als we eindelijk ons eten krijgen voel ik me intussen weer iets beter, zodat ik nog wel wat naar binnen kan krijgen. Het is nog donker als we vertrekken, zelfs met een lampje heb ik moeite om het pad te zien. Als het licht wordt moet ik ineens naar de WC. Die is hier niet en normaal gesproken ga je dan de bosjes in, maar die zijn hier ook niet. Bovendien wil ik niet te ver bij het pad vandaan, wat ik moet heel zuinig met energie zijn. En dan nog al die kleren die ik aan heb … De voorbijgangers negeer ik gewoon en zij mij ook. Als we later ergens even zitten te rusten, voel ik opeens alle kracht uit mijn lichaam wegvloeien. Als we weer verder moeten, kom ik bijna niet meer vooruit. Chhabi neemt mijn rugzakje over, dat scheelt iets. Iets verder bij een theehuis in de middle of nowhere krijg ik een kop thee waardoor ik me wel weer iets beter voel. Maar het is nog een heel eind naar de pas en ik maak me ontzettend zorgen dat we niet voor donker bij het volgende hotel zijn. Ik blijf me steeds even slecht voelen, wat betekent dat het in elk geval niet nog slechter wordt. Uiteindelijk arriveer ook ik op de pas. Het is daar ontzettend druk, maar dat brengt mij nog niet op het idee dat we misschien minder achter lopen op ons schema dan ik denk. Na eten en foto’s weer omlaag. Mentaal wat makkelijker, maar ik voel me nog steeds als een dweil. Drukte op de Larkya La. Na een lang een saai pad komen we ineens bij een restaurantje waar we even kunnen zitten en wat drinken. Chhabi merkt op dat het vandaar nog maar een uur te gaan is. Dat is een aangename verrassing voor mij en ik voel me meteen al weer iets beter. Omdat we nu een stuk zijn gedaald is het hotel weer wat minder primitief en slaap ik ook weer een stuk beter. Maandag 18 nov – Dag 12: Naar Gho 2560 m (7 uur) Ik voel met nog steeds moe, waarschijnlijk was alles wat gemakkelijker geweest als ik het tripje naar Tibet had overgeslagen. Maar ik heb er absoluut geen spijt van, want het was een fantastische ervaring. Het pad is vandaag niet bijzonder moeilijk, al gaan we in totaal wel 1100 meter omlaag. We hebben weer mooie vergezichten en fotograferen voor het laatst de besneeuwde toppen van de Manaslu. In Gho hebben we weer een vrij normaal hotel. De balkonnetjes zijn wel behoorlijk gammel. Dinsdag 19 nov – Dag 13: Naar Dharapani 1860 m (3 uur) Vandaag het laatste stukje van onze trektocht. De laatste kilometers vallen samen met het Annapurna Circuit. Dat is een soortgelijke tocht als die wij hebben gedaan, maar veel en veel drukker. Aan het begin van de middag arriveren we al bij het laatste hotel van onze tocht. We hebben nog tijd om wat rond te kijken in het dorpje, maar er is niet veel te zien, het zijn alleen wat huizen langs de weg. Woensdag 20 nov – Dag 14: Naar Chitwan (8 uur) Met verschillende jeeps reizen we vandaag naar district Chitwan. Daar hebben we een luxe toeristenhotel. We zien daar ook Trudy weer, gezond en wel! Donderdag 21 nov – Dag 15: Excursies in Nationaal Park Chitwan ‘s Morgens vroeg gaan we varen in een uitgeholde boomstam door de jungle. Het is windstil en nevelig en er is niet heel veel bijzonders te zien, maar ik vind het heel rustgevend en ontspannend. Later gaan we ook nog een stukje wandelen door de jungle en zien we ook nog wat aapjes in de verte. Daarna bezoeken we nog het “Elephant Breeding & Training Center”. De vastgeketende olifanten zien er niet al te vrolijk uit. We eindigen bij een restaurantje voor de koffie. Geketende olifant. ‘s Middags zien we ineens Chhabi en Subash weer, die wonen hier in de buurt. Chhabi heeft een eigen Tuktuk, heel grappig. Na de lunch gaan we in de laadbak van een vrachtwagentje een stuk rijden door de savanne en de jungle. We zien zowaar een paar neushoorns. Vrijdag 22 nov – Dag 16: Met de bus naar Kathmandu (8 uur) Deze keer verliezen we geen bagage. We staan wel weer regelmatig in de file. In Kathmandu gaan we weer naar hotel “Andes House”. Uitzicht uit de bus in Kathmandu. Zaterdag 23 nov – Bezienswaardigheden Kathmandu. Deze dag hadden we ingepland als reserve, zodat we niet het vliegtuig zouden missen als de toch onverhoopt langer zou duren. Aangezien alles volgens plan ging, moeten we nu de tijd wat doden. ‘s Morgens slenteren we wat door de buurt van het hotel en hebben we een luch op het dakterras van een restaurant. ‘s Middags gaan we met Bharat naar Pashupatinath. Daar zijn crematies naast de rivier. Er is ook een tempelcomplex wat de moeite waard is. Daarna gaan we nog naar Swayambhu, een heuvel waar ook weer een grote stupa is en een aantal tempels en andere religieuze bouwwerken. Je kunt met een hele lange trap omhoog, maar wij gaan deze keer met de taxi naar de hoger gelegen ingang. ‘s Avonds eten we bij Bharat, waar we ook zijn vrouw en kinderen ontmoeten, heel bijzonder vind ik dat. Hoe vaak krijg je in een vreemd land nou de kans om iemand thuis te bezoeken? Zondag 24 nov – Vlucht naar Amsterdam via Istanboel Bharat brengt ons weer naar het vliegveld, waar we afscheid van hem nemen. Naar goed Nepalees gebruik krijgen we allemaal een zijden sjaaltje. Om 12:25 vertrekken we naar Istanboel en vandaar om 19:20 naar Amsterdam, waar we om 21:05 uur aankomen. De familie van Eltjo haalt ons op met de auto, zodat we niet meer met de trein hoeven. Daar ben ik wel blij om, want ik ben in het vliegtuig snipverkouden geworden. |