Het lukt alleen met een helder hoofdNet als vorig jaar, zou het ook deze keer een dubbeltje op zijn kant worden of ik de finish zou halen. Helaas viel het dubbeltje nu naar de verkeerde kant. Naar Athene
Op maandag reis ik naar hotel London in Athene. Alles gaat heel wat minder gespannen dan vorig jaar, toen alles nog nieuw voor me was. Omdat ik twee dagen eerder ben, heb ik nu de gelegenheid om wat van Athene te zien. Doorgaans ben vrij snel uitgekeken op een grote stad, maar hier valt echt heel veel te zien. Ook is het prettig dat ik in mijn reisgidsje een wandelroute vind, die de drukte van de stad grotendeels weet te omzeilen. Ook al verloopt de mentale voorbereiding heel ontspannen, toch maak ik mij nog steeds zorgen over de toestand van mijn knieën. Van de RUN in Winschoten ben ik eigenlijk wel goed hersteld, maar nog steeds voel ik iets als ik van een stoel opsta of met twee treden tegelijk bij een trap op loop. Op een gegeven moment besluit ik zelfs om maar niet te gaan starten. Maar ook dat geeft nog steeds geen rust in mijn hoofd, en na een dag lang piekeren besluit ik om dat idee ook maar weer te laten varen. De wedstrijd Gewapend met vuilniszakken gaan we naar de start, maar de voorspelde regen is er nog niet, in overeenstemming met hetgeen we zelf al op internet hadden gezien. Het lijkt alsof de stad minder stinkt dan vorig jaar, maar misschien ben ik er aan gewend geraakt, omdat ik er al twee dagen in rondgewandeld heb. Meteen na de start gaat het omlaag over een natuurstenen plaveisel dat niet echt vlak is. Dit betekent voor mij meteen al heel voorzichtig lopen, want ik voel mijn knieën al direct. Het blijkt een vrijwel wolkenloze dag te worden en als we de stad achter ons hebben gelaten, begint het al vrij snel warm te worden. We kunnnen genieten van mooie uitzichten op zee, maar we komen toch ook nog regelmatig weer door plaatsen met veel verkeer, die me minder goed waren bijgebleven van vorig jaar. Ik loop stukjes op met Leo Pardaens en met Jan Suijkerbuijk, maar het gemakkelijkst loop ik als ik alleen ben. Ook wordt ik een keer gebeten door een hond. Nou ja, hond, hij komt niet hoger dan mijn enkel, maar daar zet hij dan wel zijn tandjes in, waarna hij zich razendsnel uit de voeten maakt. Zeker last van vliegangst. Het gebeurt vlak voor een verzorgingpost, zodat het in elk geval meteen ontsmet kan worden en voorzien van een pleister, waarna ik gelukkig zonder problemen weer verder kan. Na een eerste dipje kom ik bij de Griekse Blikjesfabriek op 80 kilometer, waar de eerste grote verzorgingspost is. Een dokter moet dan nodig nog eens naar mijn wond kijken, maar ik sta niet toe dat de pleister er af gaat, dat kost me te veel tijd. Ik heb hier een voorsprong van ongeveer tien minuten op de sluitingstijd, geheel volgens plan. Na Hellas Can hebben we even wat verkoeling van de wind, maar na een paar kilometer buigt het parcours weer van de wind af en wordt het weer benauwd. Het lopen gaat nog steeds prima, ik heb eindelijk het gevoel in het goede eet- en drinkritme te zitten. In Zevgolatio lig ik twintig minuten voor op de sluitingstijd, daarom besluit ik maar even vijf minuten rust te nemen, want inmiddels gaat het weer wat moeilijker. Ik loop ook nog een keer fout, maar gelukkig wordt ik door de helpers van een andere loper al heel snel weer de goede kant op gestuurd. Inmiddels is het donker en het lukt me niet meer om te blijven hardlopen. Ik heb al een tijdje een licht zeurende hoofdpijn, waarschijnlijk verzoorzaakt door iets te weinig drinken. Maar hoeveel ik eet en drink, de hoofdpijn blijft doorzeuren en wat vervelender is, ik krijg niet voldoende energie om weer te gaan hardlopen. Maar ook met uitsluitend wandelen weet ik nog steeds binnen de sluitingstijden te blijven, want het gaat hier op veel plaatsen omhoog en stevig wandelen gaat dan bijna net zo snel als hardlopen. Bij de post voor Oud Nemea heb ik ineens nog maar vijf minuten speling en raak ik ervan overtuigd dat het zo nooit zal lukken om de finish te halen. Aangekomen in Nemea lever ik dan ook meteen mijn startnummers in, ervan overtuigd dat ik nu wel buiten de limiet gekomen zal zijn. In Oud Nemea lever ik mijn startnummers in.
Na het inleveren van mijn nummers zie ik dat ik nog bijna tien minuten had, maar dat maakt me weinig meer uit, want met uitsluitend wandelen gaat het toch niet lukkken. Het is nog geen 23:00 uur als ik in de bus stap. Nadat we gaan rijden begin ik me misselijk te voelen en als we bij een volgende post even stoppen, ga ik naar buiten om over te geven. Minstens een halve liter water en sinaasappelsap komt er uit. Hierna voel ik me weer een stuk beter. Kennelijk ben ik te veel gaan drinken om mijn hoofdpijn maar kwijt te raken, misschien dat daardoor mijn spijsvertering in de war is geraakt, waardoor in geen energie meer kreeg? Conclusie
Vorig jaar was mijn gedachte tijdens het lopen: ik ga door totdat ik eruit gehaald wordt. Deze keer heb ik me daar dus niet aan gehouden, want ik ben er uit eigen beweging mee gestopt. Ik had op dat moment niet veel last van mijn knieën, maar waarschijnlijk heeft dat onbewust toch een negatieve invloed op mijn vastberadenheid gehad. Ik wil wel graag de finish halen, maar niet ten koste van alles.
Volgende keer beter zullen we maar zeggen, maar voorlopig richt ik me nu eerst op het weer volledig pijnloos kunnnen lopen. Om te beginnen betekent dat eerst maar eens een tijdje wandelen, fietsen of skeeleren en even niet lopen. Als ik inderdaad atrose heb zoals bij de sportkeuring werd geopperd, dan weet ik niet of ik nog wel weer moet beginnen met hardlopen. |