Zo rond halfnegen begint voor ons ineens iedereen te lopen. Of dit nu is omdat iemand van de organisatie tegen de voorsten heeft gezegd “Ga maar jongens” (of “Pang” heeft geroepen) of dat er onder het startdoek democratisch besloten is dat het tijd is om te vertrekken, dat dringt niet helemaal door tot de bescheiden gekozen plaats waar Gerik en ik staan opgesteld. Simon is dan al een eindje vooruit gefietst op zijn nieuwe mountain bike, om foto’s te maken en ons eventueel van extra drinken te voorzien. Meteen na de start begint het al flink te stijgen. Sterker nog: om bij de start te komen moesten we al een beetje klimmen. Wernigerode, van waar we zojuist zijn vertrokken, heeft een fraaie oude binnenstad, met veel vakwerkhuizen die fris in de verf zitten. De sporthal waar we afgelopen nacht hebben geslapen, heeft iets meer achterstallig onderhoud, maar het sanitair werkt en de kapotte planken in de vloer zijn netjes vervangen door nieuwe. Vóór de start had ik het vreselijk koud en vroeg ik me af of het niet een beetje dom was geweest om geen jack mee te nemen, omdat er ook nog kans op regen is. Als we eenmaal lopen, ontdooi ik gelukkig snel. Nou ja lopen …, het gaat flink omhoog, dus houd ik voorlopig maar even bij stevig wandelen, want een paar dagen geleden begonnen mijn achillespezen weer eens op te spelen. Ook wandelend met 6 a 7 km per uur kan ik overigens nog heel wat lopers bijhouden en af en toe zelfs inhalen. Eigenlijk was ik van plan om bij Gerik te blijven, maar kennelijk wandel ik toch iets te snel, want hij raakt al snel uit het zicht. Simon zie ik nergens meer, maar hij heeft ons wel in het vizier, zo blijkt later. Na een enige tijd loopt het pad ook af en toe weer iets omlaag, de eerste grote klimpartij zit er dus al weer op. Verassend snel doemt de eerste verzorgingspost op, wat betekent dat er al weer ongeveer 10 km achter ons liggen. Als ik op mijn klokje kijk, zie ik dat we ook inderdaad al ruim een uur onderweg zijn. Het gaat dus wel lekker, ondanks (of dankzij) mijn voornemen om de hele afstand zeer ontspannen te blijven lopen. De achillespezen doen gelukkig weer normaal, of in elk geval geen pijn, wat in mijn geval misschien niet helemaal hetzelfde is. De voorspelde regen blijft uit, wel vallen er met enige regelmaat hagelbuien. Gelukkig is er vrijwel geen wind, zodat we er weinig last van hebben. De hagelkorrels rollen meteen van je af, zodat je er ook niet nat van wordt. Soms valt er plaatselijk een dusdanige hoeveelheid, dat het tijdelijk enigszins wit wordt en er een paar honderd meter extra voorzichtig gelopen moet worden. De Harzquerung werd voor het eerst in de jaren 70 georganiseerd, zo valt op de website te lezen, maar is nu “pas” aan de 27 edtitie toe, omdat het evenement op een gegeven moment werd verboden door het DDR-regime. Hardlopen werd kennelijk als een subversieve activiteit gezien. Regelmatig moeten we lichte hindernissen passeren, zoals je die wel vaker tegenkomt in de natuur. Bruggetjes van gladde ronde stammetjes, over sommige beken ligt alleen maar een plankje. Op een gegeven moment moet ik tegen een hoop grint opklauteren en boven gekomen sta in ineens midden op een spoorbaan, zonder dat er spake is van een overweg. Het is even zoeken naar het vervolg van de route, gelukkig zie ik verderop nog wat andere lopers. Op andere plaatsen liggen er wel bomen over het pad, maar daar is dan weer geen spoor te bekennen van een spoor. Het hoogteprofiel: eigenlijk maar twee keer een stevige klim. Foto: Organisatie Harzquerung Tussen de 28 en de 36 km dalen we helemaal af tot ongeveer 300 m, om in de volgende 3 kilometer weer 300 m te stijgen. Opnieuw ga ik helemaal wandelend naar boven. Zoals ik al had verwacht, wandelt nu iedereen op deze tweede klim van enige betekenis, alleen ligt mijn tempo wel iets boven dat van de meeste anderen. Als we dan op het hoogste punt van de route zijn aangekomen, is het tot de finish voornamelijk nog afdalen, is mijn idee. Als je je daarop hebt ingesteld, dan wordt je echter toch af en toe verrast door nieuwe kleine klimmetjes. Omdat ik nog steeds fit ben, heb ik daar geen problemen mee. Ook om vlot af te kunnen dalen, is het belangrijk om je niet tot het uiterste in te spannen bij een loop als deze, want dat gaat ten koste van je coördinatie. Ook moet je houden van het spel om steeds op het laatste moment te bepalen waar je je voet veilig neer kunt zetten en tegelijk vooruit te kijken om je globale koers te bepalen. Er is wat durf voor nodig, zonder dat dit mag ontaarden in roekeloosheid. De douche en kleedkamers op het sportterrein zijn net als bij de start sober maar functioneel: het water is lekker warm. Als ik weer aangekleed ben is Gerik ook al gearriveerd. Simon komt nog een uurtje later: ook hij heeft hele stukken gewandeld, omdat er soms over de glibberige paadjes niet omhoog te fietsen was. Ook zijn zijn remblokjes zijn volledig versleten. We kunnen wel stellen dat Simon vandaag de grootste prestatie heeft geleverd, door zichzelf, zijn fiets, een zware rugzak en zijn fototoestel naar de finish te transporteren. |