Eigenlijk was het voor mij wel goed, dat de Jan Knippenberg Memorial is uitgesteld tot 18 april. Naar mijn idee had ik wel voldoende kilometers gemaakt, maar ik was toch onzeker, omdat de JKM mijn eerste ultraloop van dit jaar zou worden. De 100 km in het Amsterdamse Bos moet mijn zelfvertrouwen dus wat opvijzelen. Om 4:45 u gaat de wekker. De start is een halfuur eerder dan vorig jaar, dus extra vroeg opstaan (maar wel later dan vorige week voor de UMT). Gelukkig heb ik tegenwoordig een auto, want in het donker in de regen op de motor naar Amsterdam was geen pretje geweest; nu geniet ik van het dak boven mijn hoofd. Onderweg maak ik me over het lopen in de regen weinig zorgen, wat er nu valt, valt er straks niet. Vóór de start is het nog een natte bedoening. Voor de start zie ik weer tal van bekenden en het wordt meteen al duidelijk dat ik deze keer niet opnieuw de overall winnaar zal zijn. Simon Pols is er ook, ondanks zijn aankondiging na de Spartathlon dat hij verder geen ultralopen meer zou doen. Een “geintje” noemt hij zelf zijn deelname vandaag. Na de start wordt het inderdaad meteen droog en op een paar buien na, blijft het dat ook de rest van de dag, we zien zelfs de zon af en toe. Mijn doel vandaag is om lekker ontspannen te blijven lopen en me over de tijd niet druk te maken. Ik neem rustig de tijd om te drinken en af en toe wat te eten en blijf soms even staan om wat medelopers te fotograferen. Eerder kreeg ik bij een 100 km wel eens last van mijn bovenbeenspieren, maar vandaag totaal niet (ook niet de volgende dag). Ook de beruchte dip tussen de 60 en de 70 km blijft uit. Mijn gemiddelde snelheid gaat iets omlaag in de tweede helft, omdat ik wat langer wandel bij de verzorging, maar daardoor blijf ik wel fit en gaan ook de laatste rondjes nog steeds vrij gemakkelijk. Gert Mertens en André van de Vliert (vlnr). Om 12 uur start de 50 km, met veel lopers die gekomen zijn om weer wat punten voor de Marathon en Ultra Cup te verzamelen. Aanvankelijk strijden André van de Vliert en Gert Mertens om de koppositie; als ze uitgevochten zijn, komt Lucien Taelman orde op zaken stellen. Patrick Kloek loopt te mopperen, maar wordt wel derde. De 100 km wordt gewonnen door een snelle Italiaan uit Bergamo, Piero Giuseppe Bertola, in 7:49:02. Volgens sommigen is het een zwaar parcours. In het rondje van iets meer dan 2 km zit een 100 m die vrij modderig is. Verder is er een stukje vals plat en zijn bepaalde delen kennelijk vrij recent van een dikke laag nieuw grint voorzien. Dat loopt iets zwaarder, maar kan gedeeltelijk omzeild worden, door over het gras te gaan lopen, wat daardoor weer langzaam in modder verandert. Ook proberen sommige kopers de grintlaag wat minder dik te maken, door een deel van het grint in hun schoenen mee te nemen, maar dat blijkt geen succes te zijn. Net als vorig jaar zijn weer heel veel honden in het bos, maar bovendien worden we nu ook geteisterd door de herrie van minstens zoveel vliegtuigen, die soms bijna op ooghoogte langsvliegen. Eén keer springt een hond tegen mij op, maar gelukkig heb ik net op tijd mijn beide benen stevig op de grond staan. De vliegtuigen blijven gelukkig wel allemaal van het parcours. Een medaille, een beker en een oorkonde. Bij mijn finish staat de klok op 10:04:02, 2 minuten sneller dan vorig jaar, maar deze keer goed voor een 7e plaats overall en een 1e bij de M50+, dus toch weer een beker. Volgens mij vindt deze organisatie het gewoon leuk om veel bekers weg te geven. Wim Bart Knol houdt het na 70 km voor gezien. Cees Verhagen vindt kennelijk 100 meteen al te veel en start op de 50 km. Dik Jagersma heeft zich afgemeld als pacer voor de marathon van Enschede in verband met de JKM een week daarvoor, ik dus niet. Als deze lopers, die stuk voor stuk tien keer beter zijn dan ik, zich zo voorbereiden op de JKM, ben ik dan niet helemaal verkeerd bezig door nu een hele 100 te gaan lopen, zo vraag ik mij af. We zullen het wel zien over twee weken. |