• 28 maart 2024 22:37

Ultratrimmer

Hardlopen, wandelen en soms een bergtocht

Zestig van Texel

apr 7, 2007
Plaats:   Texel
Datum:   maandag 9 april 2007
Afstand:   60 km
Deelnemers:   208 gestart
Website:   www.dezestigvantexel.nl

Ik heb al een aantal ultralopen gedaan, maar de populairste ultraloop van Nederland ontbrak nog op mijn lijstje. Al was mijn tijd niet helemaal wat ik een week geleden nog voor ogen had, ik vond het toch een fantastisch mooie loop.

Om me voor te bereiden op de tweede poging het Pieterpad te bedwingen, heb ik mijn weekomvang tussen januari en maart langzaam verhoogd van 100 naar 120 km per week. Geen extreme toename lijkt me, maar toch kreeg ik in de afgelopen week pijn in mijn rechter scheenbeen. Toen ik in het verleden nog trainde als een kip zonder kop, heb ook een aantal malen last gehad van shin splints (en dan hoop ik maar dat het geen stressfractuur is), daarom had ik meteen twijfels of de twee geplande rustdagen voor Texel wel voldoende zouden zijn om verantwoord te kunnnen deelnemen. Dagenlang werd ik heen weer geslingerd tussen twee gedachten: heel ultralopend Nederland staat aan de start op Texel, maar ik ben er weer niet, of: als ik toch ga, loop ik mezelf in de vernieling en sta ik maanden aan de kant. Beide onverteerbaar.

Zondagavond belt Frank Schut en zegt dat hij me de volgende morgen samen met Bert de Rouw en Jeroen Moser komt ophalen. Ik zeg: oké, dus nu moet ik wel mee. ‘s Nachts als ik in bed lig en ook ‘s morgens als we al onderweg, zijn zit ik nog steeds te twijfelen. Ik heb gelezen dat er bij de veerhaven ook fietsen te huur zijn, dus ik kan er nog steeds voor kiezen om niet te lopen, maar in plaats daarvan mijn reisgenoten te begeleiden op de fiets. Maar aangekomen op Texel, loop ik gewoon met de stroom mee naar het NIOZ, de laatste kans om niet te starten is nu dus verkeken. We halen onze startnummers, leveren onze bagage in en stellen ons bescheiden op achteraan in het startveld.

Na de start vorm ik samen met Frank, Bert en een paar notoire veellopers de staartgroep. Jeroen kiest voor een iets hoger aanvangstempo en is al snel uit het zicht. Nu ik eenmaal gestart ben, besluit ik dat ik dan toch maar alles op alles moet zetten om ook de finish te bereiken, maar wel onder de stricte voorwaarde dat ik absoluut niets van mijn scheenbeen mag voelen. Als dat toch gebeurt, zal ik onmiddelijk stoppen en wandelend naar de eerstvolgende bezemwagenhalte gaan. Dat betekent dat ik me voortbeweeg met een soort zwembadpas, zonder zweefmoment en met zo weinig mogelijk gewicht op de voorvoet. Ik ben trouwens niet de enige met een probleem, want Bert heeft last zijn knie.

Onderweg naar het strand komen we nog een paar 120 km lopers tegen: Koos (niets aan te zien), Simon (is van plan uit te stappen na twee keer foutlopen) en Henk (loopt er nog fris bij). Op het strand beweert iedereen dan het zwaar is, maar ik vind de zachte ondergrond wel prettig. Aangezien ik toch ver beneden mijn normale tempo loop, heb ik van dat beetje wegzakken eigenlijk niet veel last. Ik voel me er bijna een beetje schuldig over ten opzichte van de anderen, die het hier wel moeilijk mee hebben. Maar goed, zij hebben weer geen blessure (behalve dan Bert). Ik loop nog een klein stukje mee met 120 km loper Thijs Roest, die het erg moeilijk heeft en op het tweede stukje strand ook met Ubel Dijk, die later nog een inzinking zou krijgen. Ze finishen samen (helaas buiten de limiet).

Na de stukjes strand lopen we door natuurgebied De Slufter, weer een heel ander boeiend uitzicht. Ik heb mijn trainingsjack ondertussen uitgedaan, want het is warmer dan ik had verwacht. Als ik straks de bezemwagen in ga, zal ik het pas weer nodig hebben. Maar de helft bereik ik in elk geval, zonder dat mijn scheenbeen iets van zich laat horen. Even later komt de vuurtoren al in zicht. Uiteindelijk komen we er minder dicht in de buurt dan ik had verwacht, doordat de route afbuigt naar de Waddenkant van het eiland. We lopen een stuk over de buitenkant van de dijk met uitzicht over het wad en na een tijdje zijn we al weer bij de 40 km. We lopen nog steeds rond de 65 minuten per 10 km en we hebben nu minder dan een halve marathon te gaan. Van mijn blessure nog steeds geen last, langzamerhand begin ik er in te geloven, dat ik echt de finish kan halen. Wel begin ik hier en daar wat spierpijn te krijgen, omdat ik me natuurlijk wel met een wat geforceerde loopstijl voortbeweeg.

Met nog ongeveer 15 km te gaan, besluit Frank dat het voor hem nu toch een tandje te hard gaat en haakt af. Samen met Bert loop ik verder, maar zijn knie gaat steeds meer pijn doen, daarom besluit hij 5 km voor het eind even te gaan wandelen en mij alleen te laten gaan. Het laatste stuk naar de finish zie ik nog kans er een klein schepje bovenop te doen en ineens loop ik zomaar Jeroen voorbij, terwijl ik dacht dat hij al lang aan het bier zou zitten. Dus zonder pijn de finish gehaald en ook nog als eerste van ons reisgezelschap (stond helaas geen prijs op). Toen ik vanmorgen opstond hield ik dit nog voor onmogelijk. Tien minuten later zijn ook de andere drie binnen en kunnen we de warme douche opzoeken.

De verzorging van deze loop was ook verder prima, het water onderweg smaakte uitstekend en bananen bij de finish gingen er in als koek, evenals de koek trouwens.