Vol goede moed ben ik naar Stein gekomen. De Midwinter Marathon ging boven verwachting en ook de 50 kilometer over Limburgse Heuvels van twee weken terug doorstond ik beter dan verwacht, zij het met behoorlijk wat spierpijn achteraf. Ik heb uitgerekend dat ik om 11 km/uur te lopen, het parcours van 3,2 km moet afleggen in 17 minuten en 42 seconden. En dat dan iets meer dan 20 keer. Moet toch niet onmogelijk zijn als je 3,5 uur een tempo van 12 km/uur kunt volhouden. Helaas blijkt dat iets te optimistisch. De spierpijn uit de Limburge heuvels steekt al na een paar uur de kop weer op. Na 4 uur beginnen de eerste vermoeidheidsverschijnselen op te treden en lopen de rondetijden op. Na 4,5 uur kan ik alleen nog maar afwisselend wandelen en hardlopen. Eerst probeer ik het met één wandelpauze per ronde, maar al gauw is dat niet meer voldoende. Het laatste uur is meer wandelen met af en toe nog een stukje hardlopen. Ik blijf steeds hardlopen totdat ik voel dat ik ga overgeven als niet stop. Ondanks dat ik steeds sportdrank heb gedronken en ook regelmatig wat heb gegeten, ben ik totaal uitgeput. Bovendien zijn de spieren in mijn benen pijnlijk, stijf en stram. Het wordt nog spannend of ik de 60 km nog zal halen, maar dat lukt in elk geval nog wel: 62 km en 127,9 meter. Dat is 10,4 km/uur gemiddeld. Als ik dat als aanvangtempo had gekozen, was ik waarschijnlijk verder gekomen. Maar goed, het was weer gezellig en heel slecht is die 62 nu ook weer niet: ik ben 60ste van 155 gestarte deelnemers. |