• 23 april 2024 13:43

Ultratrimmer

Hardlopen, wandelen en soms een bergtocht

Gran Paradiso

aug 30, 2006
Plaats:   Italië
Datum:   vrijdag 1 september t/m
vrijdag 8 september 2006
Deelnemers:   Eltjo Venema,
Gerik Mik,
Freddie Kalsbeek,
Adrie van Dijk
Foto’s:   Hier.

Al een aantal malen zijn we met een groepje collega’s de bergen in geweest in Zwitserland of Italië. Hoewel we ons altijd prima vermaakt hebben, hadden we ook atlijd wel te kampen met blessures, te weinig conditie of slecht weer. Dit jaar zat alles een keer mee, voor de verandering.

Vrijdag
Om 21:00 uur wordt ik door Gerik en Eltjo opgehaald. Na het oppikken van Freddie gaan we richting Aosta. De hele nacht rijden we door.

Zaterdag
Vanaf Aosta gaan we door naar de Val di Rhêmes, waar we aan het eind parkeren in Thumel en de rugzakken en bergschoenen uitladen. Augustus was een record wat nattigheid betreft, maar het is nu prima weer. We gaan een pas over en arriveren in de loop van de middag in Refugio Benevolo.

Zondag
Vandaag vroeg uit de veren en op weg naar de Punta Basai, een puist aan de horizon als je voor de hut zit. Omdat we niet op een gletscher komen en weer terugkeren naar dezelfde hut, hoeven we weinig bagage mee. Stijgijzers en pickel laten we dus achter.
Om op de top van de Punta Basai te komen, moeten we een klein stukje over de rotsen klauteren. Freddie blijft een verdieping lager op ons wachten, het is zijn eerste bergtocht en hij wil geen risico nemen.
We dalen weer af naar de hut, waar de koffie met appeltaart weer wacht.

Maandag
Alweer vroeg op pad, omdat we nu wel een gletscher moeten oversteken. Via de gletscher komen we na weer een stukje rotsklimmen op de Becca del Traversiere, waar ik volgens Eltjo en Gerik al eerder geweest ben (vanaf de col Bassac Dere), maar ik heb geen geheugen voor die dingen. We dalen af via de col Bassac Dere naar de Rifugio Bezzi. Om bij deze hut te komen, moeten we nog een vrij lang en eentonig stuk door het dal lopen. Het woord “hut” doet dit onderkomen overigens eningszins te kort, wat het is er behoorlijk luxe.

Dinsdag
Vandaag hebben we een rustig dagje: over col Bassac terug naar de auto. Onderweg is het soms even zoeken naar het juiste pad, de grote hoeveelheid koeiepaadjes op de helling maken het wat onoverzichtelijk.
Met de auto rijden we een klein stukje naar het dorpje Bruil, waar we overnachten in hotel Galisia.

Woensdag
We rijden naar het volgende dal, waar we weer aan het eind parkeren, in Pont Valsavarenche. Vandaar wandelen we over een redelijk steil pad naar de Rifugio Vittorio Emanuelle, een hut die er door zijn karakteristieke vorm uitziet als een wat groot uitgevallen bivak. Tijdens de klim is het nog steeds mooi weer, maar als we bij het hut zijn, begint het te onweren. Aangezien ons hoofddoel van deze week voor morgen gepland staat, maakt ons dat wel wat zenuwachtig, maar gelukkig klaart het ‘s avonds weer op.

Donderdag
Vijf uur opstaan en ontbijten. De rugzakken hebben we gisteravond al ingepakt en om een uur of zes vertrekken we in het donker, samen met een groot aantal anderen die naar de top van de Gran Paradiso willen. Dus ongeveer iedereen die in het hut heeft overnacht, uitgezonderd degenen die de beklimming gisteren al gedaan hebben.
Ondanks onze lampjes de vele steenmannetjes is het toch lastig om de juiste route in het donker te vinden, waardoor je geneigd bent gewoon maar in de richting van de lampjes vóór je te lopen. Daardoor raken echter van het juiste pad af en moet er een stuk geklauterd worden. Plotseling hoor ik wat gerommel en geschreeuw boven me, ik loop snel door en (vlak?) achter me suist een steen naar beneden. Ik schrik me wezenloos, te meer omdat onder ons ook nog mensen lopen. Na wat heen en weer geroep blijkt er gelukkig niemand geraakt te zijn.
Langzaam wordt het licht en kunnen we genieten van een prachtig uitzicht. Bij de gletscher blijken vele van onze voorgangers niet aan touw te gaan (maar sommigen ook wel). Wij besluiten om ook zonder touw te gaan, wat achteraf bezien natuurlijk helemaal fout was; gelukkig gebeurt er niets. Om 11:00 uur staan we voor de paar rotsen, waar we nog overheen moeten klauteren om de top te bereiken, de noodzaak van touw is hier geen punt van twijfel meer. De laatste barriére is een richeltje van een meter of 2, met daaronder een peilloze diepte. Gelukkig kunnen we onszelf zekeren aan een paar permanente haken met karabiners.
Daarna staan we op de hoogste berg van Italië, 4061 meter hoog, met een fantastisch uitzicht. We blijven niet lang, want het wordt steeds warmer en dus steeds gevaarlijker op de gletscher. Behoedzaam lopen we weer naar beneden, nu wel aan touw, waarbij we regelmatig over gaten moeten stappen, die op de heenweg nog niet te zien waren.
‘s Avonds opnieuw onweer, wat de mensen die vandaag in de hut zijn aangekomen, weer ongerust maakt. We zijn blij dat in elk geval onze toppoging geslaagd is.

Vrijdag
Het is weer mooi weer als we afdalen naar de auto. Onderweg zien Eltjo, Gerik en Freddie nog kans om te verdwalen. We zien ook nog een paar gemzen, die hier zeer veel voorkomen. We brengen Eltjo naar een camping vlak in de buurt, voor een volgende bergtocht komende week. Ook ik zal daar bij zijn, maar ik ga eerst nog even de Jungfrau Marathon lopen, daarom rij ik met Gerik en Freddie mee tot Fribourg, waar ik de trein naar Interlaken pak.