• 3 december 2024 17:41

Ultratrimmer

Hardlopen, wandelen en soms een bergtocht

RUN Winschoten

sep 10, 2009
Plaats:   Winschoten
Datum:   zaterdag 12 september 2009
Deelnemers:   67 gestart (44 NL),
40 gefinisht (28 NL).
Website:   www.runwinschoten.nl

Net als vorig jaar moet de RUN de laatste training voor de Spartathlon zijn. Echter in tegenstelling tot vorig jaar, heb ik nu weinig kunnen trainen wegens de bedenkelijke kwaliteit van mijn knieën. Daarom deze week geprobeerd alsnog een soort piekweek te creëren. In de week voorafgaand aan de RUN heb ik met dat doel in totaal ongeveer 30 kilometer hardgelopen en 70 kilometer stevig gewandeld. Samen met de RUN moet dat dus een week van 200 kilometer opleveren.

Om half acht sta ik bij Albert Heikens voor de deur. Hij vindt het wel een beetje vroeg, maar ik heb mijn zinnen gezet op een parkeerplaatsje dat zo dicht mogelijk bij de start ligt. Daarnaast wil ik ook naast het ophalen van mijn startnummer, het inrichten van mijn eigen verzorgingspost enzovoort, voldoende tijd overhouden om nog even een praatje met deze en gene te kunnen maken.
Als we naar Winschoten vertrekken regent het nog licht, tegen de verwachting in. Onderweg wordt het echter droog.

Voor het eten en drinken heb ik het volgende schema bedacht: elke even ronde een bidon met sportdrank en elke oneven ronde een bekertje yoghurt, met uitzondering van de eerste. Verder af en toe een bekertje water van de algemene verzorging, afhankelijk van de temperatuur.
Voor wat betreft het lopen is het (nog) simpeler: elke vijf kilometer drie minuten stevig wandelen en voor de rest ongeveer 10 km/uur aanhouden, of in elk geval een tempo dat me geen bijzondere inspanning kost. In combinatie met enig oponthoud bij de verzorging moet dit een rondetijd van 1:06 uur opleveren en dus een eindtijd van 11 uur.


Elke vijf kilometer wandel ik drie minuten om wat te eten of drinken.
Foto: onbekend

In de eerste ronde sla ik het wandelen nog even over, daardoor duurt deze precies 1 uur. Eigenlijk iets te hard, maar ik vind het vandaag niet zo belangrijk om een heel vlak schema te lopen, het lopen moet gewoon heel gemakkelijk blijven gaan. Na vijf a zes ronden moet ik daarom het tempo een beetje aanpassen, waardoor de rondetijd oploopt van 1:02 uur naar 1:10 uur. De laatste ronde gaat gelukkig weer heel gemakkelijk en duurt ook iets korter.

Het wordt lekker warm en veel deelnemers stoppen voortijdig. Voor mij kan het natuurlijk nooit te warm zijn. Vanwege de vele uitvallers ziet Jaap Vis me al bijna Nederlands Kampioen worden, maar dat lijkt me net iets te optimistisch. Of te pessimistisch, het is maar wat vanuit welk gezichtspunt je het bekijkt, maar gelukkig blijven er nog voldoende van onze cracks in de race.
Albert stopt er na vijf ronden mee: minder getraind dan vorig jaar, maar toch sneller gestart.

Aan het einde van mijn tweede ronde haalt koploper Daniel Orálek mij in. De winnaar van de vorige editie loopt met dezelfde rustig ogende pas als tijdens de Moravian Ultra Marathon, waar ik hem deze zomer heb leren kennen. In mijn vierde ronde komt hij nogmaals langs, deze keer in het spoor van de Pool Jaroslaw Janicki en het tempo kost hem nu zichtbaar meer moeite. De Pool heeft een beter PR en misschien heeft Daniel geprobeerd hem af te bluffen. Vlak na mijn zevende ronde komt Daniel als derde over de finish, zodat ik hem mooi als eerste kan feliciteren met zijn prestatie.


De eerste vijf ronden gaan heel gemakkelijk, zoals Ubel terecht opmerkt.
Foto: Eddy Olthoff

Het feit dat ik al vanaf de tweede ronde af en toe een stukje wandel, resulteert een aantal keer in onnozele opmerkingen van toeschouwers die het tafereel gadeslaan, gezeten naast een krat bier. In het start/finishgebied staat een groepje met meer deskundigheid, dat mij elke ronde aanmoedigt. Dat gezelschap wordt allengs groter, naarmate er meer 50 km lopers zijn gefinisht en 100 km lopers zijn uitgestapt. In het Rozenpaviljoen zie ik nog Jaap Vis, Thijs Roest en Ubel Dijk.
Verder wordt ik natuurlijk nog aangemoedigd door mijn clubgenotenvan ATC’75, die meedoen aan de estafette.


Nog één ronde te gaan.
Foto: Jos Lange

In mijn negende ronde wordt ik voor de tweede keer ingehaald door Ernst Daniel en ook door Anton Slagers. Dan kan omdat ik hen ook een keer heb ingehaald, toen ze even een dipje hadden. Ze zijn nu dus bezig aan hun laatste ronde en die gaat bijna altijd weer wat gemakkelijker, vandaar dat ze me opnieuw voorbij gaan. Op dat moment vraag ik me nog wel af of mijn laatste ronde ook zo gemakkelijk zal gaan, want ik heb het even wat moeilijker. De negende ronde is dan ook mijn langzaamste, maar inderdaad gaat de tiende weer een stuk lichter.

Ongeveer één kilometer voor de finish, het is al donker geworden en het parcours is vrijwel verlaten, zie ik een eind voor me nog iets bewegen. Het blijkt inderdaad nog een andere loper te zijn, die ik nog kan inhalen. Als ik langskom, haakt hij bij me aan en blijft ook volhouden als ik het tempo nog iets verhoog. Dit kan nog leuk worden, want dit soort eindsprintjes verlies ik bijna nooit. Echter 200 meter voor de eindstreep haakt hij plotseling af, maar omdat ik nu toch goed op gang ben, doe ik er nog maar een paar tandjes bij. De versnelling kost me verassend weinig moeite. Mijn tijd is ruim binnen de 11 uur en 25 minuten sneller dan vorig jaar, toen ik mijn doel dus niet haalde.


Na nog een sprintje is daar de finish.
Foto: Eric de Vries

De knieën hebben het redelijk goed doorstaan, al voelde ik af en toe wel iets, vooral de stukken met klinkers vond ik niet prettig lopen. Gelukkig kan ik nu weer twee weken herstellen, alvorens aan de monstertocht in Griekenland te beginnen. Daar mag je over de eerste 100 kilometer ruim een uur langer doen als wat ik vandaag met betrekkelijk gemak kon lopen. Dan moet ik dus toch een flink eind in de richting van Sparta kunnnen komen.