De Ultrafondus Méga Toff is een dag en nacht doorgaande estafette door ultralopers, die op vrijdag 29 februari 2008 begint in Frankrijk en tevens door een aantal andere landen voert, waaronder Nederland. Zie voor meer details op de hierboven genoemde Websites. Deze pagina gaat verder alleen over de Drentse etappe Hoogeveen – Assen en ook een klein beetje over Assen – Groningen. Op zondag 20 januari ben ik van Assen naar Hoogeveen gelopen om de route te verkennen. Het regende vrijwel de hele middag en er stond een behoorlijk harde wind. Het leek me wel leuk om via de VAM-berg te gaan, dit is met 40 meter één van de hoogste “bergen” van Drente. Helaas is de berg wegens werkzaamheden slecht toegankelijk en bovendien zijn de wegen er naartoe en er vandaan niet erg prettig om te lopen. Verder liep de totale afstand op tot 48 km. Om deze redenen heb ik het begin van de route vanaf Hoogeveen maar iets westelijker gelegd. Met wat hulp van de huiswaarts fietsende Hoogeveense kroegjeugd, arriveren Nellie van der Made, Albert Heikens en ik even voor half zes bij het station van Hoogeveen. Even later zien we een eenzaam bewegend lichtje uit de duisternis opdoemen. Marco Hartman liep moederziel alleen in het holst van de nacht van Lemele naar Hoogeveen en arriveert keurig op tijd. Na het overhandigen van het vlaggetje en het noteren van Marco’s ervaringen in het schriftje beginnen we stipt op de geplande starttijd aan onze reis naar Assen. Overigens gaat Nellie eigenlijk gewoon naar huis, want daar is het volgende wisselpunt afgesproken. Nellie mag het vlaggetje aanpakken van Marco. Alle etappes duren vandaag 12 minuten korter, omdat de dag een uur korter is dan normale dagen door het ingaan van de zomertijd. Oorspronkelijk zou Marco dit in zijn eentje hebben moeten opvangen, maar na onderling overleg werd besloten het verdwenen uur over alle teams van deze dag te verdelen. Onze route is een aaneenschakeling van allerlei prachtige natuurgebieden: de Kraloër Heide, waar we het langzaam licht zien worden, Boswachterij Dwingelo, het Terhorster Zand, het Groote Zand, het Hooge Veld en het Paradijs. Tussendoor moeten we noodzakelijkerwijs nog Beilen doorkruisen, wat iets minder interessant is. Beilen heeft een rotonde met drie reusachtige bijlen. Dat slaat nergens op dacht ik, maar, zo lees ik ergens: “Vermoed wordt dat de naam Beilen afkomstig is van het woord ‘bijlloo’: een uitgehakte plaats in het bos. In het gemeentewapen staan dan ook twee zilveren bijlen”. Adrie en Albert, al in de buurt van Ekehaar. Nellie en Albert kenden elkaar hiervoor nog niet, maar hebben beide kletsen als beroep. Dat komt dus goed uit, want zelf weet ik nooit zo goed waar ik het over moet hebben onder het lopen. Iets anders wat ze gemeen hebben, is dat ze van een flink tempo houden. Dat komt enerzijds iets minder goed uit, want als ik voor me zelf deze afstand loop, doe ik er bijna 5 uur over. Bovedien loop ik met een rugzak die niet zwaar is, maar wel zwaarder is dan alles waarmee ik tot nu toe heb gelopen. Bovendien zit in mijn hoofd het voornemen om ook de volgende etappe nog even mee te pakken. Anderzijds moeten we wel binnen 4:36 uur bij het wisselpunt zijn, dus laat ik mij toch maar gewillig meeslepen door de twee gangmakers, zodat we met 10 minuten speling in Assen arriveren om 10:02 uur, waar Henri Thunnissen al zit te wachten. Xavier Neys heeft zich min of meer afgemeld bij Henri. Adrie overhandigt het vlaggetje aan Henri. Door diverse oorzaken, zoals eten, koffiedrinken, foto’s maken, maar vooral het noodzakelijke gepruts aan mijn drinksysteem, gaan we pas om 10:20 uur, 8 minuten te laat, op weg naar de Burger King (koningen van het volk, volgens Henri) in Groningen. 43 km in 4:36 uur is een behoorlijke opgave voor Henri en hij heeft dan ook een strak schema voor zichzelf opgesteld, waarop we nu dus meteen al een achterstand hebben door mijn toedoen. De route voert eerst oostwaarts richting Rolde, onder anderen over de voormalige spoorlijn Assen – Stadskanaal. Bij Rolde gaan we het Pieterpad op en dit blijven we volgen tot in Groningen. Af en toe moet ik even stoppen (de bosjes in, water halen, een stroopwafel uit mijn rugzak pakken), waarbij Henri dan steeds rustig blijft doorlopen, omdat we anders te veel tijd verliezen. Regelmatig moet ik hem dus even met een tussensprintje bijhalen. Dat kost wel wat extra energie c.q. stroopwafels, maar de afwisseling vind ik prettiger dan een constant tempo. Henri steekt het Deurzerdiep over. Het weer is ons ook goed gezind: alleen tussen Zuidlaren en Glimmen regent het even, maar zelfs met alleen een hemd en een shirt heb ik het voldoende warm, zodat het jack in de rugzak kan blijven (ja, ik heb óók nog een broek aan). In Haren begint de vermoeidheid bij Henri toe te slaan en hij vraagt mij vooruit te lopen, om Melchior Ram niet te lang te laten wachten. Aangezien ik verantwoordelijk ben voor 8 minuten vertraging, doe ik dat natuurlijk graag. We hebben dan nog ongeveer een uur en achteraf stel ik vast dat er nog 11 km te gaan zijn. Ik haal alles uit de kast om toch om 14:48 bij de Burger King te zijn, maar het wordt 14:52, 4 minuten te laat. Melchior, die onverwacht gezelschap heeft gekregen van Dik Jagersma, vindt dat nog op tijd. Na de vlaggetje/schriftje rituelen gaan ze snel op weg naar Drachten. Mijn clubgenoot Hans Eikelenkamp is zo aardig om mij weer naar Paterswolde te brengen. Melchior en Dik nemen het vlaggetje in ontvangst van Adrie. Deze week begon al goed met twee trainingsrondjes van 44 km op tweede Paasdag. Met deze twee UMT-etappes erbij, komt mijn weektotaal nu uit 257 km. Hopelijk zal dat genoeg blijken te zijn voor de JKM op 18 april. |