Na het uitstappen bij de Jan Knippenberg Memorial en de mislukking van een goede 24 uur vorig jaar, ben ik deze keer extra gebrand op een beter resultaat. Ik arriveer bij het Cromwiel omstreeks half een in de middag, na een lange, maar voorspoedige reis met het openbaar vervoer. Ruim tijd voor een praatje hier en daar en een rustige voorbereiding tot de start om drie uur. Het is uitstekend weer en dat zal volgens de verwachting voorlopig ook zo blijven. Het gaat (nog) goed. Foto: Wim Douw. Na de start ga ik rustig op weg, ik heb uitgerekend dat vier ronden (van 2,1 km) per uur voldoende zijn om mijn PR van bijna 197 km te verbeteren tot boven de 200 km. Aan de kop gaan de toppers zoals Geert Steynen en Jan-Albert Lanting er meteen stevig vandoor. Bij de marathon, die enige minuten voor de 24 uur van start is gegaan, laat Lucien Taelman zoals gewoonlijk eerst de jonge garde elkaar het leven moeilijk maken, om vervolgens in de eindfase zelf het heft in handen te nemen en met een kleine voorsprong te winnen. Over mijn positie in de achterhoede maak ik me geen zorgen, vorig jaar ben ik iets te snel gestart, wat me later behoorlijk opbrak. Dat zal me nu niet weer overkomen. De rondjes duren zo’n 14 minuten, waardoor ik een marge opbouw om de zeker nog komende dips enigszins op te vangen. Een andere fout die ik vaak maak, is te weinig drinken, ook daar zal ik vandaag extra op letten. Ook eet ik wel eens te weinig, maar dat is altijd gemakkelijk in te halen, dit in tegenstelling tot een tekort aan vocht. Het probleem is alleen dat telkens als ik wat drink, ik een ronde later alweer moet plassen. Ook krijg ik zelfs van alleen water drinken, steeds veel last van winderigheid. Voor de rest gaat alles echter prima en voor ik het weet is het avond. Het koelt iets af, maar de wind wordt ook minder, zodat alleen het aantrekken van handschoenen volstaat om voldoende warm te blijven voor het grootste deel van de nacht. Als het donker is, wordt een deel van het parcours feeëriek verlicht met waxinelichtjes. Helaas begint het vóór het bereiken van de 100 km al slechter te gaan, het lukt me niet meer om de rondetijden binnen de 15 minuten te houden. Na een uur gaat het weer iets gemakkelijker, mede doordat Ubel Dijk me even op sleeptouw neemt. Maar de rondetijden blijven oplopen en ik moet regelmatig even wandelen. Nu wordt het tijd voor het trainingspak, mede omdat het ook nog even een paar spatten regent. Rond een uur of drie, vier begin ik behoorlijk slaperig te worden, gelukkig heeft de organisatie voor koffie gezorgd, waarmee ik mezelf wakker kan houden. Lichtjes behoeden ons voor struikelpartijen. Foto: Ultraloop Steenbergen. Ondanks het tegenvallende tempo maak ik me echter nog steeds geen zorgen, want we zijn nog maar net over de helft en er is nog genoeg tijd om de achterstand op mijn schema weer in te lopen als het weer beter gaat. Maar helaas komt dat moment niet. Als het weer licht wordt, lijkt het lopen even wat gemakkelijker te gaan, maar dat zet niet door. Mijn tempo wordt beperkt doordat ik moeilijk adem krijg en mijn hartslag voel oplopen als ik harder probeer te gaan. Is dat iets mentaals? Het wordt steeds moeilijker om te blijven hardlopen en ik moet steeds vaker steeds grotere stukken wandelen. Ik weet niet wat het is, van spierpijn heb ik helemaal geen last, mijn voeten doen geen pijn, ik voel me verder eigenlijk ook prima, afgezien van dat geen enkele soort drinken me nog smaakt, of het nu water, cola of sportdrank is. Op het laatst wandel ik ongeveer elke 200 meter een stukje en op een gegeven moment zelf hele ronden. Bijvoorkeur doe ik dat samen met Regina van Geene, want dan duurt een ronde maar 22 minuten, wat me in m’n eentje niet lukt (lange benen zijn heus geen voordeel). Ik blijf doormodderen. Foto: Ultraloop Steenbergen. Toch weiger ik om voortijdig te stoppen, na de JKM wil ik niet nu alweer uitstappen. Aan de aanmoedigingen vanaf de kant ligt het in elk geval niet: bijna elke keer als ik door de verzorgingsstraat kom, wordt ik toegejuicht door de partners en verzorgers van de andere lopers en later ook door (uitgestapte) lopers zelf, het lijkt wel alsof ze er allemaal speciaal voor mij zitten. Ook JKM-deelnemers Rut Zoutman en Wim Douw staan langs de kant. Wim heeft zelfs een illegale verzorgingspost (buiten de verzorgingszone) ingericht, waar hij beboterde ontbijtkoek uitdeelt. Clubgenoot Albert Heikens doet de 6 uur. Foto: Ultraloop Steenbergen. In de eindfase stel ik mezelf een nieuw doel: 80 rondjes is een mooi rond getal. Als dat ruimschoots lijkt te gaan lukken, kom ik nog even in de verleiding om te proberen de 170 km te halen. Dat is nog geen volledige extra ronde, maar dan loop ik wel het risico dat ik me op het verste punt vanaf de sporthal bevind, wanneer het eindsignaal klinkt. Maar ook 170 km is nog steeds een slechte prestatie, daarom kan ik mezelf daar niet meer voor motiveren en kies ik er voor om de laatste 10 minuten bij de verzorgingspost te zitten en als één van de eersten onder de douche te staan. Peter Suijkerbuijk moedigt me nog eens aan. Foto: Ultraloop Steenbergen. Nadat iedereen zich rustig heeft kunnen douchen en omkleden is de er de prijsuitreiking in de theaterzaal van het Cromwiel. Er wordt een heel ceremonieel van gemaakt: de burgemeester komt er weer bij te pas en het Wilhelmus wordt gespeeld, alsof we bij de Olympische Spelen zijn. Echt bijzonder, zoiets maak je niet vaak mee bij een ultraloop. Ik hoef niet naar het podium, al ben ik dan 3e M50 (van de 6), want er wordt bij de prijzen geen onderscheid naar leeftijdsklassen gemaakt. Ik ben uiteindelijk uitgekomen op 168,2 km en een 7e plaats bij het NK en 9e overall. Bij JKM liep ik 96 km in ongeveer 12 uur onder zware omstandigheden, nu onder goede omstandigheden na 12 uur zelfs nog minder. Ik weet nog steeds niet wat er mis ging, of het zou moeten zijn dat ik deze keer voor de verandering eens te veel dronk. In elk geval levert dit weinig zelfvertrouwen op om naar de Spartathlon gaan: daar wordt je uit de strijd genomen als je niet binnen 9:30 uur 81 km hebt afgelegd. Dat is gemiddeld 8,7 km/uur. Ik begon nu met 8,4 per uur en kon dat dus niet volhouden … |