Plaats: |
|
Holte |
Datum: |
|
zaterdag 21 juni en zondag 22 juni 2008 |
Tijd: |
|
24 uur |
Foto’s: |
|
Impressie van het parcours
Overige van mij
|
|
|
|
Deense kampioenen verslagen
door buitenlandse trimmer
Via een berichtje van Marco Hartman op het (niet meer bestaande) weblog wordt ik geattendeerd op het bestaan van de 24RUN in de buurt van Kopenhagen. Deze past goed in mijn training en kan bovendien mooi gecombineerd worden met een bezoekje aan mijn Zweedse familie.
Vrijdagsavonds om 20:00 uur arriveer ik bij het sportterrein waar de loop wordt gehouden. Er ligt een startnummer voor me klaar en ik krijg een plaats voor mijn tentje toegewezen. Omdat de startnummers alfabetisch op voornaam zijn toegekend krijg ik nummer 1, ook weleens leuk. De man in het tentje naast mij vertelt dat het zijn eerste 24 uur is en dat hij het voornamelijk als training ziet. Voor mij is training ook het voornaamste doel; ik wil vooral lekker blijven lopen en als ik de 180 km haal, dan ben ik tevreden. Geen PR-jacht deze keer, daar lijkt het golvende parcours ook niet geschikt voor.
Ik start in elk geval met een goed nummer.
Met het startnummer krijgen we ook nog wat spulletjes van de sponsors uitgereikt, onder andere een energiereep en een nummer van de Deense Runnersworld. Daarin onder meer een test van GPS sporthorloges, met als winnaar de Forerunner 405 van Garmin, die toevallig ook sponsor is.
Omdat ik onderweg op de veerboot al heb gegeten is er verder niets meer te doen en ga ik na een korte wandeling maar slapen. Dat valt overigens nog niet mee, wat er draait dag en nacht een aggregaat op het terrein en verder wordt het nauwelijks donker. Dat laatste is morgen dan weer een voordeel.
De volgende dag ga ik nog even naar de plaatselijke supermarkt om wat eten voor tijdens het lopen te halen: twee pakken yoghurt en wat bananen, cherrytomaatjes en komkommer. Tomaatjes en komkommer bevatten niet veel koolhydraten, maar het eet wel gemakkelijk en dat is minstens zo belangrijk. Drie liter cola completeren het boodschappenlijstje. De cola wordt aangelengd met de helft water en voorzien van een snufje zout, aldus mijn eigen recept voor de ideale sportdrank.
Na de boodschappen verken ik nog even wandelend het parcours. Het loopt voor een groot deel door het bos, deels via een pad dat ‘s winters als loipe wordt gebruikt en deels via mountainbikepaadjes. Af en toe een klein stukje over een breed bospad en aan het eind een ronde over de atletiekbaan, voor we weer de start passeren na 2,5 km. Ik wist al dat het parcours niet vlak was, maar als ik zie hoe gemeen steil een aantal klimmetjes zijn, begin ik me af te vragen waaraan ik ben begonnen.
Om precies 12 uur klinkt het startschot en stopt gelukkig de regen. Bij het eerste klimmetje begint een aantal lopers voor mij meteen al te wandelen en dat lijkt ook mij een heel goed idee. Aanvankelijk probeer ik nog zo snel mogelijk naar boven te wandelen, maar al gauw kom ik tot de conclusie dat het beter is om echt langzaam naar boven te wandelen, om zo weer wat uit te rusten. Op momenten waarop het wat moeilijker gaat, hoef ik mezelf alleen maar voor te houden: even doorlopen naar het volgende klimmetje, daar kun je weer wandelen. Zoals gezegd is de nacht maar kort, alleen tussen 0 uur en 3 uur is het echt donker, maar toch heb ik af en toe flink last van slaperigheid. Tot tweemaal toe ga ik daarom maar een halfuurtje in de tent liggen doezelen, want het moet wel leuk blijven heb ik mezelf voorgehouden. Verassend soepel kom ik na die pauzes weer op gang.
Mijn ‘buurman’ komt in het begin minstens éénmaal per uur langs me denderen. Voor een eerste 24 uur gaat hij wel erg hard van start. Als het donker wordt, duikt hij echter zijn tent in, hij heeft dan ruim 100 km gelopen. Als het licht wordt loopt hij nog een aantal ronden. Later vertelt hij me, dat hij Deens kampioen op de 100 km is en dat hij vanaf het begin al niet van plan was om 24 uur te blijven lopen.
Tegen 4 uur is het zicht in het bos -waar geen lantaarnpalen staan- ook weer voldoende en kan de hoofdlamp af. Rond 8 uur wordt de microfoon weer bemand en wordt er tijdens de start-passage wat over de tussenstand verteld, maar wel allemaal in het Deens. Navraag bij een estafetteloper leert dan ik dan achtste ben. Een aantal uren later ben ik zelfs vierde en nu krijg ik ook regelmatig in het Engels mijn aantal gelopen km’s te horen. Omdat mijn plaatsing een aantal uren lang niet meer verandert, veronderstel ik dat dit wel de eindstand zal worden. Niet slecht, zo vlak bij het podium. Echter kort na het ingaan van het laatste uur blijk ik ineens tweede te liggen. Mijn minimum doelstelling van 180 km heb ik dan al zo ongeveer op zak, maar nu ik op het podium kom moet ik daaraan toch wel wat extra glans geven met een mooie afstand. Ik verhoog het tempo wat en dat blijkt heel gemakkelijk te gaan. De laatste twee volle rondes die ik loop, blijf ik zelfs hardlopen op de steile klimmetjes. Als het eindsignaal klinkt, ga ik meteen op de grond zitten om mijn benen te ontlasten. Na het opmeten van de restmeters wandel ik eerst rustig terug naar de finish, maar al gauw schakel ik weer over op een langzame dribbel. Nog nooit waren mijn benen zo soepel na een 24 uur!
Soms wegen de laatste loodjes níet zwaar.
Foto: Alfapix.
Na een snelle douche ben ik nog net op tijd voor de prijsuitreiking. Leuk, weer eens een beker denk ik nog, maar nee: de nummers 1 tot en met 3 krijgen een Forerunner 405, compleet met hartslagmeter en footpod. Verder is het een Formule 1-achtige toestand, waarbij de winnaar het publiek mag natspuiten met champagne. De winnaar heeft het parcoursrecord verbeterd met ruim 10 km en bovendien een PR gelopen. Hoezo een zwaar parcours? Een uur na afloop voelen mijn benen alweer als nieuw, totaal geen spierpijn. Kennelijk houden je benen de gevarieerde belasting van een zogenaamd ‘zwaar’ parcours toch gemakkelijker vol dan de eentoning belasting van een ‘snel’ parcours.
De prijsuitreiking.
Foto: Alfapix.
Van organisator Kasper Busk hoor ik achteraf dat ook de Deense kampioen op de 24 uur meeliep, maar hij kreeg maagproblemen en kon een groot deel van de tijd niet hardlopen. ‘s Avonds is mijn tentje nog het enige op het terrein, alle Denen zijn naar huis. Na het nuttigen van een afhaalpizza ga ik vroeg slapen, het aggregaat staat nu gelukkig uit.
Na de niet naar wens verlopen JKM en NK 24 uur, was deze wedstrijd voor mij weer een mentale oppepper. Misschien ben ik toch niet helemaal kansloos om Sparta te bereiken, vooral nu ik mijn trainingen voortaan volledig computergestuurd kan afwerken.