Al maanden heb ik uitgekeken naar het begin van het Pieter-ROG-Pad, want dit is mijn hoofddoel voor dit jaar. Mijn training verliep vrijwel geheel volgens plan, maar toch is er ook enige ongerustheid. Op zeven opeenvolgende dagen een ultraloop van meer dan 70 km is geen sinecure. Ik heb groot ontzag voor degenen die dit kunstje al een of meer keren vertoonden, zeker na mijn mislukte poging van vorig jaar. Zou het deze keer wel lukken? Dit jaar zijn er maar liefst acht kandidaten voor de volledige afstand (een record) en daarnaast nog vier lopers voor één, twee of drie etappes en een estafette-team van vier lopers. De organistatie bestaat dit jaar uit Sietze en Frida Houwen en Jan Ubels, die ieder met een auto met aanhangertje rijden. Martha Meijer bleek helaas op het laatste moment verhinderd, zodat deze keer niemand van de organisatie af en toe zelf een stukje kan meelopen. In drie van deze aanhangertjes gaat alle bagage mee Foto: Jan Ubels Onze dagelijkse routine op het Pieterpad is als volgt: Het tentenkamp in Rolde Foto: Jan Ubels Om de juiste route te kunnen vinden, krijgen we dagelijks van de organisatie een aantal A4-tjes met kopieën uit het NIVON-boekje van LAW9 van desbetreffende dagetappe. Op de A4-tjes staan een aantal kaartjes, waarop de route is ingetekend plus een beschrijving van zaken waarop je je onderweg kunt oriënteren. Tevens wordt de route aangegeven met de bekende rood-witte LAW-markeringen, maar deze zijn niet altijd 100% betrouwbaar: er verdwijnt wel eens een boom of een paaltje en in een bos ontneemt de begroeiing je vaak het zicht op sommige markeringen. Los daarvan kijk ik er vaak gewoon bij langs. Gelukkig kan ik het grootste deel van de week parasiteren op de navigatie van Ubel (heeft GPS) en Jenni (heeft Anneke, die meefietst en de beschrijving leest). Officieel eist de organisatie dat elke loper een eigen fietsbegeleider heeft, want lopen en lezen gaat natuurlijk niet samen. Omdat ik niemand kon vinden, heb ik maar opgegeven dat ik meeloop met het estafetteteam, maar die gaan natuurlijk veel te hard voor mij, dus in de praktijk komt daar maar weinig van terecht. De laatste dag moeten we in Zuidlaren en Winsum een stuk uitsluitend via de markeringen zien te vinden, want de beschrijving is een verouderde versie. In mijn geval gaat dat natuurlijk geheid fout, maar gelukkig levert het niet al te veel tijdverlies op, dankzij Thijs (GPS) en Peter (kijkt gewoon beter uit z’n doppen dan ik). LAW-markering (geel is van een regionaal pad) Foto: Jan Ubels De eerste dagen zijn nog wel een beetje spannend: heb ik wel genoeg getraind, hoe houden de achillespezen zich? Vorig jaar moest ik na drie dagen stoppen, dus ik ben benieuwd hoe ver ik dit jaar kom. Over de warmte maak ik me minder zorgen, vorig jaar was het 6 graden warmer en toen hadden we ook geen echte problemen. De tweede dag krijg ik in de eindfase wel een klein dipje, dat na wat eten bij de laatste verzorgingspost gelukkig snel weer over is. De vierde dag beleef ik een doorbraak: nog steeds geen last van die pezen. In Vorden vieren we met “champagne” en gebak dat we al over de helft zijn en ‘s avonds is het dus nog maar drie dagen, dat moet te doen zijn. In de buurt van Holten (dag 5) duikt ineens Cor Westhuis op (3 x het hele Pieterpad, woont hier in de buurt). Hij loopt het laatste stuk met ons mee naar de camping. De volgende dag doet hij dat nogmaals. Naarmate Pieterburen dichterbij komt, gaat het lopen elke dag gemakkelijker. De zesde etappe naar Rolde loop ik in een iets hoger tempo dan de dagen daarvoor, wat prima blijkt te bevallen: geen dipjes meer en geen opkomende pijn in mijn rug aan het eind van de middag. Samen met Lex kan ik de route ook goed vinden. Helaas moet hij afhaken voor we op de camping zijn, hij heeft al dagenlang last van zijn maag en kan onder het lopen bijna niets binnenhouden. De finish in Pieterburen (samen met Peter Johansson) Foto: Jan Ubels Ook Andreas Falk, Ubel Dijk (voor de 2e keer), Jenni de Groot en Lex de Boer wisten alle zeven etappes tot een goed einde te brengen. Theo Cloosterman is de tweede dag volledig opgebrand naar huis gegaan, maar keerde terug in de zesde etappe en liep deze uit, wat een volharding! Peter Johansson viel de tweede dag geblesseerd uit, maar wist nog wel de vijfde en zevende etappe te voltooien. Jos van den Hende heeft nog weinig ultra-ervaring, maar liep erg goed. Helaas verdwaalde hij tijdens de zesde etappe en raakte ook nog geblesseerd. Ook Harry Wolters en zijn harem bestaande uit Heleen Oterdoom, Annemieke Stuit en Greet van Rijn, voltooiden alle etappes; zij waren elke dag als eersten op de volgende camping. Verder werden nog enkele etappes gelopen door Thijs Roest (1 snel, 2 wat langzamer), Henri Thunnissen (helaas maar 1,5 in plaats van 3), Roger Kempinski (2) en Koos Rademaker (1). Koos dacht alle etappes al eens gelopen te hebben, maar na onderzoek bleek hij eenzelfde etappe tweemaal gedaan te hebben. Zijn reeks is nu dus compleet. Tijd voor patat en bier. Foto: Marga Groeneveld (vermoedelijk) Als toetje was er dan de volgende dag nog de Marathon van Leeuwarden, waar ook Ubel en Jenni zich voor hadden ingeschreven. Helaas zijn mijn achillespezen toch weer pijn gaan doen, maar een marathon in mijn geboorteplaats wilde ik niet aan mijn neus voorbij laten gaan, dan maar wat langzamer. In combinatie met het zogenaamd warme weer leverde dat lage tempo wel hinderlijk veel aandacht op van de organistatie, maar ze lieten me gelukkig wel doorlopen. Uiteindelijk wist ik nog acht lopers achter me te houden. Na een weekje knoeien met ijsblokjes zijn de achillespezen gelukkig weer pijnvrij, die prijs vind achteraf ik niet onoverkomelijk. De volgende dag |