• 23 april 2024 17:40

Ultratrimmer

Hardlopen, wandelen en soms een bergtocht

Voorbeschouwing Spartathlon

sep 23, 2008

Waar begin ik aan …?

Zaterdag 20 september 2008.
Vandaag over een week weet ik hoever ik ben gekomen. Of ik de finish lopend haal? Geen idee, ik hoop op een wonder.

De strategie zal zoals gewoonlijk zijn niet snel te starten, maar in dit geval kan het ook niet te langzaam in verband met de tijdslimieten bij de verzorgingsposten. Ik probeer alleen de eerste 80 kilometer een speling van ongeveer een kwartier ten opzichte van de limiettijd op te bouwen. En daarna die voorsprong te vergroten tot maximaal een halfuur. Tenzij het boven verwachting gaat natuurlijk, maar ook dan zal ik niet op dat schema vooruitlopen voordat ik Sangas gepasseerd ben. En ook daarna moet je denk ik nog voorzichting zijn, want in de hitte zaterdag overdag moet je dan nog een bult over die bijna net zo hoog is als de Sangas pas. John Foden schrijft daarover: “… this section is a killer”.


De Sangas Pas (1100 m) zoals te zien op Google Earth.

Gelukkig ziet de weersverwachting voor volgende week er op dit moment gunstig uit, maar dan kan nog veranderen natuurlijk. In elk geval is het daar op dit moment flink aan het afkoelen en met een beetje geluk is de regen weer weg als we moeten lopen, terwijl het dan hopelijk nog steeds releatief koel is.

Het is wel spannend. Eigenlijk heb ik veel minder getraind dan ik aan het begin van het jaar meende dat nodig was. Vorige week had ik voor de 100 in Winschoten meer dan 11:00 uur nodig, dat viel me een beetje tegen. Gelukkig was ik wel heel snel weer hersteld, zondagavond voelde ik me alweer vrijwel helemaal fit.

Dat is een klein lichtpuntje, maar als ik zie dat vorig jaar mensen als Dik Jagersma, Carel Schrama en Simon Pols voor de Spartathlon al meer dan 35 uur voor nodig hadden, dan schat ik mijn eigen kansen niet hoog in, want ik zie mezelf toch wel als een wat mindere loper ten opzichte van hen. Simon liep in zijn laatste ultra-jaren misschien niet altijd sneller of verder dan ik, maar vorig ging hij in Apeldoorn wel over de 200 km en dat heb ik nog nooit gepresteerd bij een 24 uur. Bovendien heeft hij natuurlijk heel veel meer jaren evaring met ultralopen dan ik.

Ik had nog een trainingsweek van ongeveer 300 km willen doen, maar ik kwam niet verder dan 150 omdat ik last kreeg van mijn achillespees (voor de zoveelste keer). Omdat ik ook nog de 100 in Winschoten als laatste training wilde doen, ben ik toen verder maar gaan fietsen, zo’n 350 km in 3 dagen, maar dat staat natuurlijk niet gelijk aan 150 km lopen. In Winschoten liep ik gelukkig weer zonder pijn, maar afgelopen woensdag na een kwartiertje snelheid voelde ik alweer iets, dus het is nog niet 100%. Gelukkig hoef ik in Griekenland geen 14 per uur te lopen.

Afgelopen donderdag moest ik nog een sportkeuring ondergaan. Mijn huistarts wil de medische verklaring niet tekenen, dus moest ik naar het SMA en die vonden een Groot Sportmedisch Onderzoek nodig. Ik dacht, als ik alle eerdere wedstrijden en trainingen overleefd heb, dan zal toch nu uit zo’n test niet ineens blijken dat er iets mis is? Maar als je dat hardop zegt, zijn er meteen allerlei mensen die voorbeelden kennen waarbij dat nu juist wél het geval was. Uit de test kwam onder meer dat mijn longen 41 jaar zijn en mijn conditie werd omschreven als “zeer zeer goed”. Maar dat zal waarschijnlijk wel gelden voor alle deelnemers, dus ook voor die 70% die het niet haalt; toch geeft me dit een klein mentaal steuntje in de rug.

Momenteel zit ik nog te puzzelen over wat ik tijdens het lopen bij me moet hebben en wat ik langs de route moet laten neerzetten (ik heb geen eigen begeleider) en waar. Ik heb het idee dat ik de grote posten beter niet kan kiezen, omdat waarschijnlijk alle deelnemers daar wat laten neerzetten, zodat je heel lang moet wachten voor je ze tasje gevonden hebben. Bij het inleveren maar even in de gaten houden dus en in elk geval zorgen dat alles goed herkenbaar is zoals John Foden in zijn boekje aanraadt. En dan nog maar afwachten of je achteraf alles terugkrijgt. Vorig jaar bleken spullen die onderweg bij de verzorgingsposten waren achtergelaten, in Sparta in een afvalcontainter gedumpt te zijn.

Bij 24 uurslopen eet ik altijd yoghurt, maar als ik dat donderdagavond inlever, is het natuurlijk zaterdag al lang bedorven, dus dat kan hier niet. Ik denk dat ik het maar beperk tot wat energierepen, gelletjes en wat reservekleding en -schoenen. En voor ‘s nachts natuurlijk iets warms, voldoende verlichting en mijn gewone bril. Verder eet ik dan maar was de organisatie aanbiedt, ze hebben ook yoghurt en fruit, dus die zoete spullen heb ik misschien niet eens nodig. Hopelijk is het hygiënisch genoeg om er niet ziek van te worden. Ik herinner me een verhaal van Philip en William Verdonck, die de daags te voren iets verkeerds hadden gegeten of gedronken en tijdens de loop aan de diarree waren en het dus niet haalden.

Woensdag vertrek ik naar Athene. Tot die tijd zit ik thuis te acclimatiseren met de kachel op 26 graden.